Cultuureducatie met een beperking? no 4: Honingtijd

31 mei 2013

‘Als Tahir aan het tekenen is, ben ik blij, omdat hij zich dan concentreert. Ik heb dan eindelijk een beetje rust’, vertelt zijn moeder mij. Tahirs moeder heeft mij uitgenodigd om in haar woning aan het Amsterdamse Overtoomseveld te praten over haar bijna zestienjarige zoon. Als zesjarige bleek hij op school niet goed mee te komen en zich afzijdig te houden. De moeder wist het toen eigenlijk al. Als ze met hem praatte, hadden ze geen oogcontact. Kwamen er veel mensen, dan vroeg hij heel veel aandacht en wilde hij liever met haar apart zijn. Als uitje gingen ze vaak op zaterdag naar de bibliotheek. ‘Dat was onze enige luxe’, zegt ze. ‘De laatste tijd komt het er niet meer van.’ Haar moeder en neefjes uit Turkije komen regelmatig logeren. Contact met de school verloopt vooral door nieuwsbrieven. Er heen gaan is lastig, omdat zij hele dagen werkt als schoonmaakster. Ze is heel enthousiast over de school, want Tahir heeft het daar naar zijn zin. Hij maakt daar muziek en hij tekent. Tot zijn twintigste mag hij er blijven. Een pak van haar hart dat de school hem goed voorbereidt op zijn toekomst. Hij wil automonteur worden.

De moeder vindt de verantwoordelijkheid voor hem maar zwaar. Twintig jaar was ze, toen ze naar Nederland kwam om er te trouwen. In Istanboel groeide ze op. ‘Dat was een honingtijd. Een tijd zonder verantwoordelijkheden. Ik houd van die stad, mystiek, authentiek, met al die mensen en alle culturen. Istanboel is mijn moederland. Tahir is geboren in Amsterdam, net als zijn twee jaar oudere zusje. Amsterdam is hun moederland.’

De illustratie is een tekening van Tahir