Cultuureducatie met een beperking? no 9

10 juli 2013

Wat was er toen beter dan nu?’ vraag ik. In een dorpje tussen Weimar en Leipzig eten we bij Duitse vrienden. De ‘wende’ borrelt voortdurend op in het gesprek. De val van de muur heeft hun leven totaal ten goede veranderd. Zonder te aarzelen antwoorden de vrienden op mijn vraag wat toen beter was: ‘Kunst! In onze DDR jeugd gingen we ieder kwartaal met school naar een opera, concert of theatervoorstelling in Leipzig. Er was muziekonderwijs op alle scholen en natuurlijk waren er overal muziekscholen. Nu is alles commercieel. In de Opera vinden shows plaats en het muziekonderwijs verdwijnt.’ Ik neem een slok van mijn witte wijn en vraag me af hoe het komt dat sommige dictaturen zoveel nadruk hebben gelegd op kunst en cultuur? Ons gesprek gaat verder over beroemde kunstenaars uit dit gebied: Johann Sebastian Bach, Johann Wolfgang von Goethe, Friedrich Schiller, Richard Wagner, Walter Gropius van Bauhaus… Het kan niet op en ze weten er alles van te vertellen. Ze kennen de rijke geschiedenis van de driehoek Dresden, Weimar en Leipzig. Het gesprek meandert van Bauhaus via Van Doesburg naar Mondriaan. Dan stokt het gesprek. ‘Wie is Mondriaan?’ En precies die vraag toont aan hoe de dictatuur zich met de kunst verhoudt. In een dictatuur ondersteunt kunst de propaganda. Kunst die het gezag niet ondersteunt, doet niet mee. Een houding die een stokje steekt voor vernieuwing. De democratie laat alles en iedereen wel meedoen. Maar hoe komt het dat dan wij in onze vrije democratie de kunst verwaarlozen ?