Doorlopende leerlijn

Het begrip doorlopende leerlijn roept al snel misverstanden op. Ik bedoel hier niet een methodiek voor het leren bespelen van een blokfluit of een viool, en evenmin de leerlijn voor dans, ontworpen vanuit de dansdiscipline zelf. Het gaat om een heldere kunsteducatieve leerlijn bij kinderen en jongeren, bruikbaar voor kunstdocenten. Die leerlijn kent twee stappen:
- Hoe verloopt de cognitieve, sociale en motorische ontwikkeling van kinderen?
- Aansluitend daarop: hoe verloopt de ontwikkeling van kinderen in de kunsteducatie?
Ontwikkeling van kinderen is geen continu proces. Groei gaat met horten en stoten. Variatie is meer de norm dan uniformiteit. Langlopende leerlijnen komen tot stand in de interactie tussen leerlingen en de kunstdocent – natuurlijk binnen een zinvol geheel van kunstzinnige activiteiten. De handelingen van de docent kunnen worden ondersteund door leermateriaal, methodieken, observaties, zicht op de portfolio van de leerling. Zo bouwt de docent kennis op over iedere individuele leerling. Hulpmiddel is een doorlopende leerlijn voor de kunsteducatie, die kan worden opgevat als een hypothetisch leertraject.
Over stap 1 is veel geschreven. In relatie tot kunstonderwijs komen we vaak de namen tegen van Piaget, Vygotsky, Werner en Gardner. Voor kunstdocenten zou er een kader ontwikkeld moeten worden met basiskennis rond ontwikkelingspsychologie. Dan komt stap 2, de vervolgstap naar de kunsteducatie. Daarover is weinig te vinden. Er is onderzoek nodig om een theoretisch kader te ontwikkelen over de ontwikkeling van kinderen waar het gaat om het maken van kunst. Als van daaruit de stap gezet wordt naar didactiek, dan is er een hulpmiddel voor kunstdocenten waarop zij hun lessen kunnen baseren. Hier is nog een rol weggelegd voor de wetenschap.