Een nieuwe culturele elite

Rond kwart voor acht staat een meute jongeren voor de ingang van het Rotterdamse poppodium Nighttown. Over een kwartier begint Fanatics: three minutes of fame, een podium voor jongeren. Drie minuten en geen seconde langer. Rappers, breakers, R&B zangsolo’s, electric boogie of een lied uit een Amerikaanse musical. Tien presentaties op één avond. Wethouder Marianne van den Anker neemt plaats in de driekoppige jury. Met haar felblonde haar valt ze op tussen de 200 jongeren die zich in de zaal bevinden. Maar niemand die daar op let. Dino presenteert de avond. Hij vuurt de zaal aan als het te rustig is en vraagt om respect als de zaak uit de hand dreigt te lopen. Iedere presentatie roept emotie op bij dit multiculturele, jonge publiek. Dino vraagt aan de zaal wie er gaat stemmen als het weer kan. Een meerderheid joelt van nee. “Als je niet gaat stemmen zet je jezelf buitenspel”, roept hij gedreven. “De politiek, dat zijn wijzelf.” De wethouder geniet zichtbaar. “Ik weet nu dat de SKVR midden in de samenleving staat”, zegt ze om tien uur als de avond is afgelopen.

Kennismaking

De SKVR maakt kunst bereikbaar voor de gehele Rotterdamse bevolking, in het bijzonder de jeugd. De eerste kennismaking is er al voor kleuters in het eerste leerjaar van de basisschool. Tweemaal per jaar is er voor alle basisschoolleerlingen een kunsteducatieve activiteit. Ruim negentig procent van de Rotterdamse scholen maakt daar gebruik van en is zeer tevreden over de programmering. Bij het verlaten van groep 8 hebben de leerlingen kennisgemaakt met alle kunstdisciplines en met talloze kunstinstellingen in de stad. Eenderde van de scholen voor het voortgezet onderwijs, bijna altijd VMBO, doet mee aan een vervolg op dit cultuurtraject. Voor deze leerlingen gaan actieve en receptieve componenten hand in hand. Door zelf mee te doen worden ze onderdeel van cultuur, in plaats van alleen beschouwer. Jaarlijks doen veertig Rotterdamse kunstinstellingen aan dit vervolgtraject mee.

Een groep pubers uit de tweede klas van een praktijkschool scharrelt op sloffen door Huize Sonnneveld. De begeleider van het NAI vertelt over de geschiedenis van de bewoner, de directeur van de Van Nellefabriek die deze villa in de jaren dertig voor zijn gezin liet bouwen. Het vervolg van de excursie vindt plaats in Witte de With, waar de voorhoede van de kunst met grote K zich presenteert. De educatieve begeleiders van Witte With laten de leerlingen maquettes bouwen; eigen belevingen vormen het uitgangspunt. De leerlingen waarderen de activiteit na afloop met een zeven.

Nieuwe inhoud en vorm

Met het beleidsplan ‘Tot diep in de stad’ zette de SKVR zes jaar geleden een nieuwe koers in. Uit een inventarisatie in 1999 bleek dat zowel het klantenbestand als de docenten wat betreft leeftijd en etnische achtergrond geen afspiegeling meer vormden van de Rotterdamse samenleving. Om een groter deel van de multicultureel samengestelde jeugd te bereiken, moest het aanbod drastisch worden aangepast. De aandacht ging vooral uit naar kinderen en jongeren in wijken met een sociaal-economische achterstand. Er werden wijkinitiatieven ontplooid in enkele achterstandswijken en de programmering voor VMBO-scholen werd fors uitgebreid. Om jongeren te bereiken, werden disciplines ingezet die aansluiten op de jeugdcultuur en die op dat moment niet in het vaste aanbod van de SKVR zaten. Daar hoorde ook een nieuwe benadering en een nieuwe methodiek bij. De vier onderdelen van de hiphop kregen een plek in de programmering in de wijken en het voortgezet en middelbaar (beroeps)onderwijs: rap, dj’en, graffiti en breakdance. Voor deze disciplines had de SKVR geen docenten in huis. Om die reden rekruteerde zij talentvolle twintigers van de straat om de workshops te verzorgen. Voor deze nieuwe docenten werd een speciaal opleidingstraject ontworpen: ‘De Kweekvijver’. De missie om in deze cultuurplanperiode meer jeugd te bereiken werd behaald: de SKVR bereikt in 2004 bijna twintig procent meer jeugd dan in 2001. Verantwoordelijk voor deze groei zijn de onderwijsprogrammering, de wijkinitiatieven en het eigen jongerentheatergezelschap Young Stage.

Sarah begon vorig jaar het eerste leerjaar van een ROC. Zij is erg ontevreden over het aantal lessen dat steeds uitvalt. Niet de leerlingen, maar de school ontbreekt het aan motivatie, zo vindt zij. In september deed zij mee aan de auditie van Young Stage en nu speelt zij in de voorstelling. Met haar ROC regelt zij dit als stage. Modules als samenwerken en conflicthantering hoeft zij nu niet meer op school te volgen, vindt zij, “want in de praktijk leer je daar veel meer over.” Zij is vastberaden haar podiumervaring een plek te geven in het vervolg van haar studieloopbaan.

Verleiding

Young Stage bestaat uit een korte theatervoorstelling met daaraan gekoppelde workshops. Het publiek bestaat veelal uit middelbare scholieren. In de workshops kan een keuze gemaakt worden uit dans, rap en meer.

Young Stage bestaat nu zes jaar. Ieder jaar worden in audities zes spelers geselecteerd uit een brede groep jongeren zonder podiumervaring. Na de zomermaanden beginnen de repetities die uitmonden in een flitsende première in december. Daarna gaat de voorstelling op tournee langs scholen en buurthuizen. Tachtig voorstellingen op rij zijn geen uitzondering. Na afloop verzorgen de spelers, samen met SKVR-docenten, workshops aan scholieren. Hiermee ‘verleiden’ zij andere jongeren om ook zelf cultureel actief te worden. Zo vinden op de scholen de zogenaamde ARTAX-projecten plaats, die als korte cursussen verdieping geven aan specifieke kunstdisciplines. Deze projecten eindigen altijd met een presentatie.

Daarnaast figureren de Young Stagespelers in de website www.ZAPR.nl. Zij zijn het gezicht van de website en trekken met hun weblogs de Rotterdamse jongeren naar de ZAPR-site en zorgen zodoende voor de koppeling naar activiteiten die de culturele instellingen organiseren voor jongeren. Daarnaast ondersteunen zij de maandelijkse ‘Fanatics: three minuts of fame’, het open jongerenpodium in Nighttown. Na een jaar zwermen de spelers weer uit, een enkeling blijft nog een jaar.

Dino speelde twee jaar in een voorstelling van Young Stage. De regisseur van het Rotterdamse jeugdtheatergezelschap Het Waterhuis nodigde hem uit voor een rol in een voorstelling en moedigde hem aan om zich in te schrijven voor het cabaretfestival Camaretten. Inmiddels is Dino regieassistent van Young Stage en presentator van Fanatics. Tijdens Camaretten speelde hij Luxor plat en won daarmee de persoonlijkheidsprijs. Hij werd daarvoor beloond met een tournee door Nederland, samen met de winnaar.

Place to be

Niet alleen de SKVR biedt ruimte aan nieuw talent om zich te manifesteren. Voor jongeren die de weg naar bestaande podia en naar vakopleidingen niet weten te vinden zijn de mogelijkheden in de afgelopen cultuurplanperiode gegroeid. Het Rotterdams Wijktheater maakt regelmatig jongerenvoorstellingen en weet daarmee een nieuw publiek aan zich te binden. Hal 4 wil de plaats zijn in Rotterdam voor de hiphopjeugd en biedt een kleurrijke programmering. ‘Talent 2 Star’ presenteert zich succesvol als kans voor urban jongeren om talent te ontwikkelen en podium ervaring op te doen. Op deze wijze breidt het nieuwe netwerk zich steeds verder uit.

Een nieuwe culturele elite?

Er zijn vijf stappen te herkennen in dit proces:

Er wordt in het regulier onderwijs een brede vorm van kunsteducatie aangeboden waarin kunstvormen, jeugdcultuur en eigen ervaringen van leerlingen een plek hebben.
De leerlingen worden actief verleid om deel te nemen aan activiteiten rond een van de kunstdisciplines, zodat zij zich ermee kunnen identificeren.
Er wordt gebouwd aan een breed netwerk van plekken waar jongeren zich kunnen presenteren op plaatsen waar je moet zijn.
Dan de meest delicate stap: de jongeren bepalen uiteindelijk zelf op welke plaatsen ‘je moet zijn’. Jongeren zijn hun eigen cultuur en organiseren zichzelf in groepen van wisselende samenstelling. Ze beheren hun eigen cultuurnetwerk.
De laatste stap is het ontstaan van helden als Jandino Asporaat. Dino. Hij is een van de talenten die voortgekomen zijn uit dit netwerk en nu als voorbeeld dienen voor anderen. Jandino Asporaat Asporaat Dino is de frontman van een nieuwe culturele elite.
Deze nieuwe culturele elite heeft een multi-etnische samenstelling, meer Latin en Afro dan Marokkaans en Turks. De leeftijd varieert van 16 tot 26 jaar. De kunstdisciplines die zij beoefenen passen bij de podiumkunsten, veel muziek, dans en theater, nauwelijks beeldend, fotografie of nieuwe media. De ambities zijn hoog, iets bereiken met je kunst, een cd maken of ooit in Ahoy staan, daar dromen ze van. In ieder geval geld verdienen met dat wat je kan bijvoorbeeld dj-en op feesten. De voeling met een jongere doelgroep is groot, een jongere generatie een route geven naar kunst hoort daar bij. Opleidingsniveau VMBO of Mbo, maar dan meestal niet afgemaakt.

Opleidingsdilemma

Deze nieuwe culturele elite kan weer worden ingeschakeld in de kunsteducatie in het regulier onderwijs. Daarmee is de cirkel rond. Deze groep is namelijk bij uitstek geschikt om een jongere generatie tot voorbeeld te zijn. De schooljeugd kan zich als toekomstig burger niet spiegelen aan de eigen ouders noch aan de autochtone docenten. Zij kunnen zichzelf herkennen in dit nieuwe type docent in de kunsteducatie, met eigen normen en waarden en met eigen vormen om kunst over te dragen. Hierin schuilt meteen een dilemma. Deze jonge mensen zullen gezien hun opleiding nooit een officiële kunstvakopleiding kunnen volgen. Dat is in Nederland nog altijd op HBO niveau, bijna niemand heeft een vooropleiding die hier op aan sluit. Daarbij bieden de kunstvakopleidingen niet die specialiteit waarin zij uitblinken. De SKVR biedt hen een opleidings- en coachingstraject om opgeleidt te worden tot peergroupleider of community artist, waardoor ze in staat zijn hun discipline over te dragen op ander jongeren. De Kweekvijver biedt wel een prachtig certificaat, maar dit is op geen erkend diploma. Het biedt ze wel de mogelijkheid met een BTW nummer en een Verklaring Arbeidsrelaties als ondernemer sterker te staan, maar de stap van kunstenaar van de straat naar een gevestigde instelling is daarmee nog niet gemaakt. Het is hard nodig dat ROC’s hun poorten voor deze groep openen door de inrichting van hun onderwijs te herontwerpen. Niet door een kunstvakopleiding te creëren op MBO niveau, maar door de mogelijkheid van een artistieke ontwikkeling te combineren met bestaande mbo-opleidingen. Dat geeft een breder beroepsperspectief voor deze groep. Zahra geeft hierin een voorbeeld nu zij als stage in Young Stage speelt en haar eigen mbo-opleiding blijft volgen.

De volgende stap.

De meest kritische succesfactor is de volwaardige deelname van leden van de nieuwe elite binnen de SKVR organisatie. Er moet letterlijk en figuurlijk ruimte gegeven worden aan de nieuwe cultuurdeelnemers. Dat vraagt van de organisatie dat ze lef toont om de eigen opvattingen over methodiek, werkwijze, normen en waarden in samenspraak met de nieuwe culturele elite bij te stellen. Dat vraagt om erkenning van de nieuwe competenties, dat vraagt om een discussies over salaris en rechtspositie. Als dat de komende jaren wordt afgerond komt die elite definitief over de vloer.