2020 staat voor creeren van artistieke belevingen

Dirk Monsma schrijft vanuit Andalucië over de toekomst van de Centra voor de Kunsten op verzoek van directeur Ap de Vries van de Kunstconnectie voor het jaarlijks ledencongres op 22 en 23 april 2009. De Kunstconnectie is de branchevereniging voor kunsteducatie en kunstbeoefening.

ZINDEREND EN GRATIS

20-05-2020 Beste Ap,
toevallig zag ik je naam op Linked-out, het senioren netwerk. Ben benieuwd waar je uithangt. Ik blader bij het opruimen van mijn spaanse huisje door een nummer van Kunstconnected, april 2009, uitgegeven door Kunstconnectie. Weet je nog? Jij was daar directeur in een tijd dat centra voor de kunsten worstelden met hun identiteit tegen een decor van kredietcrisis, hoopgevende Obama en islamitiseringsangst. Collega’s en ik schreven toen een artikel over de toekomst. Die toekomst kennen we nu. Wat dacht je van een afspraak voor een terugblik? Groet, Dirk

2009: terugblik
Begin januari 2009 valt er een brief in de bus met een vraag van Ap de Vries om een artikel te schrijven ‘…over de toekomst van de centra voor de kunsten in relatie tot onze veranderende samenleving en hun taak om een zo groot en breed mogelijk publiek te bereiken en de mensen te interesseren voor kunst en cultuur’. Een hele mond vol. Op verzoek van Ap blader ik materiaal door van het ledencongres, november 2008, en blijf hangen bij een pagina van Johan Idema van Lagroup met De Vier Grote Trends voor kunst en cultuur: commercialisering, globalisering, medialisering en democratisering. In commercialisering zie ik weinig voor de centra, ze kunnen het niet en het slaat bovendien de legitimatie onder hun bestaan vandaan. En globalisering? Dat komt vanzelf wel. Nee, wat mij fascineert, vanwege de samenhang, zijn medialisering en democratisering. Nieuwe media leiden tot verdere democratisering en beïnvloeden op ingrijpende wijze de manieren van leren bij kinderen en jongeren. Bovendien ontstaan er nieuwe vormen van distributie en presentatie. Het grijpt in op inhoud en vormgeving van de centra. Ik vind dat er meer dan nu te beleven moet zijn voor een breed publiek. Zestig procent van de Nederlanders heeft iets met kunst, lees ik, op de website van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Zo groot is minimaal de beoogde doelgroep en voor die kunstliefhebbers gaan de ramen en deuren wagenwijd open. En dan nog iets: kunsteducatie begint in het onderwijs. Ieder kind heeft daar recht op. Dit alles roept bij mij drie beelden op voor de toekomst.

2020: zinderende artistieke avonturen
Het eerste wat ik zie is dit. De centra voor de kunsten creëren een belevenis voor hun bezoekers. Dat begint al bij de wandeling van de fietsenstalling via de informatiezuil naar de studio’s en ateliers. Vervolgens creëren de docenten een zinderende, dramatische ervaring. Dat is het fundament onder het totaal nieuwe ontwerp van de centra: beleving! De bezoekers komen voor een theatrale ervaring, willen een emotie opdoen, iets opwindends ervaren, zoals bij een voorstelling van Cirque du Soleil. De gebouwen van de centra bevestigen dit. Elk gebouw spreekt alle zintuigen aan. De deelnemers worden bij iedere hoek die ze omslaan geraakt, want overal is iets te beleven. De gemiddelde bezoeker, zo heb ik van directeuren van de centra gehoord, is geen avant-garde amateurkunstenaar en heeft een conventionele inslag. Dit betekent echter niet dat ze niet op avontuur zouden willen. De toegevoegde waarde van de centra voor de kunsten is niet gebaseerd op het artistieke product, maar komt voort uit de ervaring van de bezoekers. Zij voelen zich lid van een cirkel, een kring. Ze sluiten zich aan en het centrum wordt voor hen een verblijfplaats, de website een keuzeplateau, waar je kunt klikken op muzikale beleving, dansbeleving en andere kunstbelevingen. Woorden als cursus of les komen niet meer voor. De site is 3.1 en presenteert video’s en experimenten van deelnemers, die elkaar middels twitters op de hoogte stellen van hun eigen vorderingen. Creëren is handwerk, dan weer virtueel, soms gebeurt dat fysiek in een groep, dan weer individueel thuis en in verbinding met de kring via de website. Zo onderhoudt de docent ook het contact met zijn groepsleden: virtueel en in de werkelijkheid. De docent is voor de deelnemers coach, maar omgekeerd is iedere deelnemer ook coach voor de docent en voor de anderen uit zijn artistieke omgeving. De website is niet het medium van de organisatie, maar van de deelnemers zelf.

2020: iedere schooldag kunstonderwijs
Volgende beeld. Kunsteducatie begint in het basisonderwijs en de centra garanderen dat kunstbeleving in het hart van het schoolleven staat, elke dag weer. Daartoe is door de Rijksuniversiteit van Groningen, samen met het vroegere SLO, voor de kunsteducatie een theoretisch kader ontwikkeld, waardoor kunst in het Nederlandse onderwijssysteem tot een vak is gemaakt. Dit biedt de mogelijkheid om het kunstonderwijs met andere schoolvakken te verbinden. Kunstdocenten zijn in dit theoretische kader geschoold en hebben zodoende inzicht gekregen in wat kunsteducatie betekent op ieder niveau of leeftijd, en aangezien leerprocessen associatiever verlopen dan ooit, gaat knutselen vloeiend over in bewerking met de computer. Arbeid met handen en lijf en het werken op een aanraakscherm verlengen elkaar en spreken alle zintuigen aan. Met twitters worden vriendjes op de hoogte gehouden van de laatste bevindingen en berichten verstuurd naar digitale kranten. Leerlingen tonen hun werk zo op internationale virtuele podia. Voor kinderen is de wereld het speelveld. Door de kinderen komt de globalisering bij de centra binnen. Gemotiveerde en getalenteerde leerlingen worden verleid meer te doen dan de brede school biedt. Daarvoor gaan ze naar de centra voor de kunsten.

2020: ramen en deuren wijd open
Derde beeld. Door medialisering zijn kennis en macht vergaand gedemocratiseerd. De afstand tussen amateur en professional is kleiner geworden en de amateur heeft evenveel kans als een prof, dat zijn filmpje op NOS journaal komt. Inmiddels is ook de identiteit van de centra identiek aan die van de omgeving. Het Centrum voor de Kunsten is van alle bewoners. De artistieke beleving is van hoog niveau en gratis. De centra stellen zich dienstbaar op en trekken een zo breed mogelijke bevolkingsgroep aan. Dat zet druk op de overheid voor een hoge subsidie. Hoofdbron daarnaast is geld uit reclame. Gemeenschapsbedrijven, zoals woningbouwcorporaties, energiebedrijven en plaatselijke banken, verbinden zich aan de locatie en beschouwen de website als platform. Vanwege de laagdrempeligheid wordt diezelfde website door de deelnemers als actiemiddel gebruikt. Zij ontvangen via die weg ook de gratis educatieve programma’s. De inkomstenderving compenseren de centra door vereenvoudiging van administratie en beperking van marketingkosten. Drukwerk verschijnt nauwelijks want “De klant is onze reclame”. De naamsbekendheid in de regio is honderd procent, interessant voor adverteerders. Zo komt door een ander ingang de commercialisering toch binnen. Docenten krijgen voorts geen arbeidscontract, ze zijn in coöperaties verenigd, de CAO is van de baan.

2013: voorafgaand aan
Obama is herkozen. Op de afscheidsreceptie van Piet Elenbaas in Deventer komt een rap uit de mond van Nebahat Albayrak, directeur van de nieuwe koepel, waarin Kunstfactor, Cultuurnetwerk, Kunstconnectie en Sociaal Fonds zijn samengevloeid. De opdracht van Minister Nicolien van Vroonhoven(CDA) aan de nieuwe koepel luidt kortweg: zinderend! gratis! kunstbeleving! Het rijk garandeert en betaalt een landelijke spreiding van regionale centra. Vier jaar eerder, in 2009, presenteerde zich als voorhoede van dit beleid een aantal directeuren van de centra voor de kunsten die een stevige reorganisatie van het veld eisten. Voor het eerst in de kunstzinnige geschiedenis voltrok zich een inhoudelijke en organisatorische verandering, afgedwongen van onderaf; gezamenlijk werden democratisering en medialisering op de landelijke agenda gezet. Door de kredietcrisis konden van buiten de sector moeiteloos hoogopgeleide mensen bij de bedrijfsvoering betrokken en aangenomen op leidinggevende posities. Dat bracht nieuwe vitaliteit.

22-05-2020 Beste Dirk,
je bericht ontvangen. Zit alweer jaren op Bali. Ben de enige niet. We overwegen een politieke partij op te richten om de Nederlandse belangen hier te behartigen. Daar zal ik je verder niet mee lastig vallen. Na de fusie van Kunstfactor met Cultuurnetwerk ben ik overgestapt naar het islamitische instituut voor kunstbeleving in Vught. Surfend door enkele artikelen uit 2009 stuit ik op het achterhaalde begrip van een terugtredende overheid. Geen jongere die weet wat daarmee wordt bedoeld. De overheid trok banken, spoorwegen, woningbouwcorporaties en energiebedrijven naar zich toe en logischerwijs volgden ook onderwijs en daarmee de kunsteducatie. Balkenende XII: de krachtige staat! Nee, voorlopig zet ik geen voet op Nederlandse bodem. Zou leuk zijn geweest je weer eens te zien. Maar je moet Albayrak maar bellen op het hoofdkantoor van de koepel. Daar zitten nog enkele ex-directeuren tot hun 71e te wachten op hun pensioen. Die hebben wel tijd om te praten. Vriendelijke groet, Ap

Dirk Monsma, Jabugo, 15 februari 2009

Geplaatst KUNSTCONNECTED SPECIAL april 2009