© Rinie Bleeker,, leerling Mariaschool, Rotterdam
Creativiteit in alle vakken van het onderwijs

Jan Anthonie Bruijn

Prof.dr. J.A.Bruijn is hoogleraar Pathologie aan de Universiteit Leiden, lid van de Raad van Toezicht van Hogeschool Leiden, voorzitter van de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid en oud lid van de Onderwijsraad. Hij was de voorzitter van het partijprogramma van de VVD in 2010 en in 2012. Sinds november 2012 is hij lid van de Eerste Kamer voor de VVD-fractie en inmiddels sinds juli 2019 ook Voorzitter van de Eerste Kamer.

Creativiteit in alle vakken in het onderwijs

Creativiteit, out of the box denken, sociale vaardigheden, associatief en vernieuwend denken, communicatieve vaardigheden, goed kunnen presenteren, dat zijn de eisen die we stellen aan onze excellente studenten. Een universiteit zonder creatieve studenten is ondenkbaar. Creativiteit is een instrument dat Nederland nodig heeft voor de toekomst. Daar hoef je trouwens niet excellent voor te zijn. Ieder mens heeft dat vermogen. Het is nu eenmaal aangeboren. Helaas wordt het niet door iedereen benut. En ook weet niet iedereen hoe het te benutten.

Naast kennis vooral creativiteit
Omdat ouders het niet altijd kunnen stimuleren, ligt daar een taak voor het onderwijs. Onderwijs richt zich nog teveel op kennis. Dat is niet voldoende. Chinese studenten bij ons zijn vaak excellent in kennis maar missen sociale vaardigheden en creativiteit. Het gaat naast kennis, zeker om vaardigheden. Creativiteit heeft een wetenschapper nodig, maar ook een loodgieter. Creativiteit moet daarom overal in ons onderwijs zitten, op alle leeftijden en op alle niveaus. Expliciet kunstonderwijs in het basisonderwijs is prima, maar een te bescheiden eis. Creativiteit zou zoveel mogelijk integraal onderdeel moeten zijn van taalonderwijs, wiskunde, geschiedenis, van alle vakken. Het zou idealiter een lijn moeten worden in het onderwijs en daar is een lijnbewaker voor nodig. Kijk eens naar landen die hun onderwijs goed op orde hebben in dit opzicht. Ik denk aan de Amerikanen met hun Silicon Valley. Er is op hun onderwijs veel kritiek, maar meer dan bij ons wordt ieder kind daar aangesproken op zijn creativiteit en kan goed presenteren.

Wat is creativiteit?
Creativiteit is kijken hoe iets feitelijk is en er dan een nieuwe slag of interpretatie aan geven. Herkennen wat er is en daar iets nieuws mee doen. Zo combineerde Bach harmonie en contrapunt. Creativiteit is voor iedereen belangrijk. Voorbeeld. Iemand met een burka op straat, roept bij sommige mensen angst op. Die angst kan hun gedrag bepalen. Iemand die geleerd heeft echt creatief te zijn, denkt na, zet zijn angst ‘on hold’ en vraagt zich af hoe zijn gedrag anders te maken. Zo kan hij zich op een nieuwe manier verhouden tot die angst en de persoon die de angst oproept. Het is ook een kwestie van vorming die alleen in de praktijk kan worden geoefend. Jongeren zitten veel achter de computer. Ze hebben duizend vrienden via de sociale media, maar niet in levenden lijve. Wat betekent dat? Zo ontwikkelen ze hun sociale vaardigheden niet. Dat is een relevante vorm van creativiteit. Daar moeten we meer over nadenken.

Van hoe naar wat
De overheid heeft de laatste jaren een stap terug gezet en bemoeit zich minder met het HOE van het onderwijs en meer met het WAT. Als de samenleving meer creativiteit wil in het totale onderwijs, dan heeft dat gevolgen voor het WAT. Daarbij spelen de docenten een centrale rol. Ook van hen verwachten we dus veel creativiteit. Hoe is het daarmee gesteld? Natuurlijk zijn veel docenten, ook door de aard van hun beroep, creatief. Maar creatief denken zou in de opleidingen meer plaats kunnen krijgen. Op dit moment speelt de discussie over professionalisering van de beroepsgroep, inclusief, net als bij medisch specialisten, een register voor bij- en nascholing. Ook in het primair onderwijs zouden de leerkrachten regelmatig op nascholing moeten en creativiteit en vorming zouden daar een plek kunnen krijgen. Als docenten niet creatief zijn, hoe kunnen we dan verwachten dat kinderen het worden?