© Rinie Bleeker, Foto Rinie Bleeker
Kunst is onderdeel van cultuur

Er heerst een grote spraakverwarring rond begrippen als cultuur, kunst en creativiteit. En dat komt, omdat er zich volgens Van Heusden een stille revolutie aan het voltrekken is in het denken over kunst die zijn oorzaak vindt in de snel veranderende wereld. Een gesprek met een professor in de semiotiek (tekenleer) die pleit voor een bruikbaar theoretisch kader waarop cultuuronderwijs voor alle kinderen kan worden gebouwd. Van Heusden is een filosofisch gerichte wetenschapper, een idealist die zijn academische inzichten deelt met iedereen die wil dat cultuuronderwijs een belangrijke rol krijgt op school en in de samenleving.

Je vindt kunst belangrijk als liefhebber, maar je hebt het steeds vooral over cultuur.

‘Het woord kunst wekt de verkeerde verwachtingen. Mij gaat het om een wijze van denken waarbij kunst niet op zich staat, maar onderdeel is van cultuur. De naam Cultuur in de Spiegel verwijst naar dit perspectief, waarbij cultuur met inbegrip van kunst een middel is om tot bespiegeling, reflectie te komen. als we ons realiseren dat wij als mens betekenis geven aan voorwerpen en dat betekenis geen eigenschap is van het voorwerp zelf, dan ontstaat er een andere visie op de wereld. In iedere tijdperiode heeft kunst een andere betekenis. Kunst verandert voortdurend, omdat mensen, en dus ook de samenleving, veranderen. Er is een ontwikkeling gaande in de samenleving die de verheven kijk op kunst ondermijnt en kunst dichter bij alle mensen brengt. Hierdoor ervaren mensen kunst als iets gewoons, iets wat naast andere dingen bestaat.’

Als kunst nog steeds zo wordt geassocieerd met het verhevene, waarom vermijden we het woord dan niet?

 ‘Ik heb het inderdaad liever over het artistieke dan over kunst. Kunst maakt plaats voor het artistieke. Dat je artistiek werkt, dat je artistiek denkt. Het artistieke als aspect van het leven. En artistiek dan gedefinieerd in termen van reflectieve zelfverbeelding. Het artistieke wordt daarmee een aspect van wat je doet, van een brede opvatting van cultuur. Soms is het voorwerp heel dominant en dan noemen we het kunst en zetten we het in een museum of in een galerie. Soms is het wat minder dominant, dan heet het bijvoorbeeld design. En soms is het bijna onzichtbaar als er bijvoorbeeld een sfeer ontstaat, terwijl we napraten bij een borrel over wat er die dag is gebeurd. De grootste gemene deler van al deze artistieke aspecten zit in het vermogen om jezelf in beeld te brengen of daar beelden bij te verzinnen. Het is een heel creatief proces.’

Maar waarom noem je het artistieke dan niet het creatieve?

 ‘In het artistieke zit het creatieve besloten. Maar creativiteit is een breder begrip. Creatief kun je zijn op een breed terrein zoals in de techniek, de wetenschap, de politiek, het ondernemen. Juist in het artistieke combineer je het voorwerp met de vraag: ‘Wie ben ik eigenlijk? Wie zijn de mensen om mij heen? Het woord artistiek combineert creativiteit met zelfbewustzijn.'

Een nieuw theoretisch kader dat de basis gaat vormen voor de culturele loopbaan, hoe zie je dat voor je?

 ‘Cultuur in de Spiegel gaat helpen bij de denkomslag die zich aan het voltrekken is. Wil cultuuronderwijs kans van slagen hebben op scholen, dan moeten docenten anders over kunst gaan denken, en anders over cultuur. Een brede acceptatie van dit denken kan wel tien jaar duren. Het is een proces dat zich afspeelt tijdens het komende decennium dat een generatie docenten uit het onderwijs ziet vertrekken Er komt een nieuwe generatie jongere docenten aan die sowieso al in een culturele context zit waar het nieuwe denken beter bij aansluit. Jongeren zijn al vertrouwd met de veranderende zienswijze om zich heen. De gevestigde opvatting dat het individu autonoom kunst maakt, het idee van de geïsoleerde kunstenaar, daar blijft weinig van over. Dat hoort thuis in de wereld van vroeger. Kunst is juist iets dat ontstaat in samenwerking. Het kan heel goed samen met anderen tot stand komen. Kunst kan een onvoltooid wordingsproces zijn. Het kan ook een afgesloten gebeurtenis zijn. We zitten niet meer vast aan dat ene geniale individu die dat ene mooie kunstwerk maakt en daar zijn hele ziel en zaligheid in uitdrukt. Het kan allemaal wat relaxter. En dat nieuwe imago van het artistieke herkennen jonge mensen heel goed.’

 Is het gevolg van die denkomslag een nieuwe wijze van opleiding? En hoe zit het met de kunstenaars?

 ‘Die nieuwe manier van denken over cultuur moet een plek krijgen in de kunstvakopleidingen en in de docentenopleiding. Veel docenten weten totaal niet wat cultuur is. In het kunstonderwijs is er te weinig kennis van cultuur. Het blijft beperkt tot de canon. En zo lang die canon er is, hoef je niet na te denken over kunst is onderdeel van cultuur

‘Ik zou willen dat Cultuur in de Spiegel als merknaam op den duur wordt vergeten,’ zegt Barend van Heusden, bedenker van de frase die nu al twee jaar door de Nederlandse en de Vlaamse wereld gonst. Het zwarte boekje met dezelfde titel is een prelude op het onderzoek dat hij met zijn medewerkers aan de Universiteit van Groningen in het onderwijs uitvoert. (januari 2013)

Dirk Monsma