Cultuureducatie met een beperking? no3: Geen Chopin.

27 mei 2013

‘Een Chopin zal Timo niet worden, maar dat hoeft ook niet’, vertelt zijn vader mij aan de eettafel. Door zijn opleiding aan het conservatorium geeft hij veel aandacht aan de muzikale ontwikkeling van zijn beide kinderen. Al heel vroeg ontdekte hij gevoel voor muziek bij zijn zoon die een visuele beperking heeft. ‘De techniek ging hem makkelijk af en dan weet ik met mijn conservatorium achtergrond dat muziek aanslaat.’ Het gezin speelt al jaren samen in dezelfde groep in de kerk. Vanaf zijn vierde jaar mocht Timo de knopjes bedienen. Nu speelt hij mee op de piano.
‘Door muziek te maken ontwikkelt Timo zijn gehoor en hij schakelt daarmee veel geheugen in’, vertelt de vader. ‘Dat geheugen heeft hij meer dan een ander nodig. Als Timo iets moet leren, speelt hij thuis met noten die op papier groter zijn dan normaal. Uiteindelijk speelt hij alles op zijn geheugen. Schaken past daarom ook goed bij hem. Maar muziek maken en dan vooral samen met anderen, daar doet Timo graag aan mee’.
Hij zit nu inde eerste klas op een groot lyceum en er is een muziekband voor talent op die school .Hij wordt daar prettig in opgenomen. Dat is voor de integratie en voor zijn zelfbeeld heel goed. Muziekeducatie is een versterking, geen beperking, zo realiseer ik mij na afloop van het bezoek. Timo boft maar met zo’n muzikale vader. Maar wat als je ouders niet kunstzinnig zijn? Hoe gaat ’t dan?