Het oefenen van vaardigheden en technieken hoort bij elke kunstdiscipline. Het bespelen van een muziekinstrument, het maken van een clip, dansen op muziek, het tekenen van een bloem in een vaas of het draaien op je hoofd bij breakdance – dat alles vraagt enorm veel oefening. Zonder het oefenen van vaardigheden en technieken kan er geen kunst ontstaan. Het lichaam zelf is een belangrijk instrument bij ritme, bij dans, bij spelvormen, bij tekenen en schilderen, bij boetseren. De stem is een instrument bij het zingen, bij voordragen, bij acteren en presenteren. Het vraagt veel oefening om muziekinstrumenten te bespelen of met een hamer en beitel een beeld uit graniet te houwen. De nieuwe media bieden ons een nieuw gereedschap om kunst te maken. Kunst vraagt jaren van oefening voor de muzikant, de danser, de breakdancer, de beeldhouwer, de graficus en de mediakunstenaar. Het is natuurlijk de vraag hoe ver de school kan gaan met het oefenen van vaardigheden en technieken. Het lijkt verstandig om daar als school een keus in te maken. Brede kennismaking met kunst is heel goed mogelijk maar moet wel altijd gepaard gaan met een focus op een specifieke discipline die een kind kan leren beheersen.