Wat is de stand van zaken rond cultuureducatie voor jeugd met een chronische aandoening?

Op verzoek van het Fonds voor Cultuurparticipatie en het LKCA bezocht ik dit voorjaar zes van de zeven academische kinderziekenhuizen om die vraag te beantwoorden. 
Een greep uit mijn bevindingen:

• De meeste kinderen en jongeren (tot 18 jaar) verblijven drie dagen in het academisch kinderziekenhuis. Enkelen heel lang, daarmee gemiddeld vijf dagen
• In de academische ziekenhuizen zijn veel aanbieders van culturele activiteiten naar grote tevredenheid van de kinderen en de ziekenhuizen. 
• De activiteiten beperken zich bijna altijd tot de periode in het ziekenhuis. Enkele aanbieders komen op verzoek thuis. Het gaat dan vooral om plezier, even uit de realiteit getilt.
• Cultuuraanbieders- gericht op beoefenen in de thuisomgeving - kennen deze kinderen en jongeren niet.
• Het Verwey-Jonker Instituut rekent dat 1 op de 4 van de jeugd een chronische aandoen heeft (april 2019, Van Hal e.a.).

In de gesprekken met de hoofden van de kinderziekenhuizen ging het vooral over de zorg voor het kind na het vertrek uit het ziekenhuis.
Zij vragen aandacht voor de kwaliteit van het leven voor de jeugd met een chronische aandoening. Kunsteducatie kan daar aan bijdragen.

Mijn aanbevelingen gaan over het aangaan van verbindingen tussen de wereld van jeugd met een chronische aandoening en reguliere culuuraanbieders in de omgeving van de leefwereld van de kinderen en jongeren.

In de pdf het verslag van mijn veldverkenning: